Hoge energieprijzen gehekeld

Hoge energieprijzen gehekeldVrijwel iedereen heeft reeds eens geklaagd over de dure energieprijzen op de Belgische markt. Echter ging het steeds om tijdelijke frustraties van consumenten of belangengroepen die geen gezaghebbende achterban vonden. Tot nu alleszins. Volgens minister van Energie Vande Lanotte (sp.a) is de verhoging van de energiefactuur een storende factor. Lanotte uitte deze kritiek tegelijk met Ivo Mechels, directeur van Test-Aankoop en Stéphane Dochy, energie-expert.

Spilvraag is waarom de consument opnieuw een hogere energiefactuur in de bus zal ontvangen. De verhoging van energieprijs heeft in se te maken met de beslissing van de regering om intercommunales voortaan aan de vennootschapsbelasting te onderwerpen. Het zijn deze intercommunales die zorgen voor energieverdeling tot aan de voordeur. Anno 2015 is de energieverdeling in grote mate in handen van intercommunales. De resultaten van de ingevoerde vennootschapsbelasting liegen er niet om. De beslissing resulteerde in een 200 à 220 miljoen euro voor heel België, waaronder zowat 100 miljoen voor Eandis, tussen de 45 en 50 miljoen voor Ores in Wallonië en 20 miljoen voor Sibelga in Brussel.

Logischerwijze factureren intercommunales deze kost door aan de consument. Eandis bevestigde het cijfer van 104,6 miljoen euro aan belastingen, en zou daarmee resulteren in een verhoging voor iedere consument van 100 euro. De wellicht te verwachten verhoging van de energieprijs is niet de enige negatieve noot voor consumenten. De gratis kWh aan energie in Vlaanderen zal verdwijnen, waardoor per 2016 een gezin van vier nog eens extra 100 euro op jaarbasis zal moeten ophoesten. Energie en de energiefactuur blijkt dus voor de regering als eenvoudige inkomstenbron beschouwd te worden. De consument blijkt bij elk van de ingrepen de klos.

Volgens Mechels was de regering goed op de hoogte van het feit dat bij belastbaarheid van de intercommunales, uiteindelijk de consument de last zou dragen. Dit in tegenstelling tot de initiële opvatting van de regering binnen het regeerakkoord van 2014, waarbij de overheid zich verbond de koopkracht van gezinnen te vrijwaren. Daarbij werd zelfs aangegeven dat de prijsverlaging van één component, niet mocht worden verricht via een stijging van een andere component. Wat blijkt nu? De winst die consumenten boeken via de liberalisering van energieleveranciers, wordt nu opgevreten door de intercommunales. Distributiekosten blijken in de praktijk de grootste kostenpost te zijn. Naar voorbeeld: van een totale kostprijs van factuur voor een gezin met twee kinderen in Gent, blijkt 400 euro bestemd te zijn voor distributiekosten. Grof geschat, een goede 57 procent van de totale kostprijs. De consument kan weinig aan deze bijkomende distributiekosten verhelpen. Louter op vergelijkings- en besparingsvlak kan de consument trachten de ‘beste koop’ te vinden.

Zowel Mechels als Dochy pleiten voor een echte politieke wil tot betaalbaarheid van energie. Via de huidige distributiekosten en belastbaarheid van intercommunales, wordt de zwarte piet richting de consument doorgeschoven. Een politiek debat inzake het niet doorrekenen van kosten aan de consument dringt zich bijgevolg op. Minder intercommunales, met een gecentraliseerd beheer en schaalvoordelen, en een eenheidstarief voor de distributie van elektriciteit zouden de eerste stappen kunnen zijn. Energie en betaalbaarheid van de energiefactuur blijven dus actuele juridische en politieke onderwerpen voor de toekomst.