Dat energie niet goedkoop is, is een doorsnee geweten. Dat echter ook de Belgische industriële grootverbruikers op energie moeten beginnen bezuinigen, is echter geen aangename tendens. Belgische bedrijven betalen in België meer voor hun energie dan in buurlanden. Bij gebrek aan overheidsingrijpen zouden bedrijven mogelijk de overstap kunnen maken naar het buitenland. “De situatie is onhoudbaar, er moeten dringend overheidsmaatregelen worden genomen”, aldus Febeliec-voorzitter Luc Sterckx. Consultant Deloitte becijferde dat Belgische bedrijven circa 9 tot 47 procent meer betalen voor hun energie dan concurrentiele ondernemingen in buurlanden. Deloitte vergeleek daarbij de totaalprijs van energie, inclusief de taksen en transportkosten.
Sinds de sluiting van Doel 3 en Tihange 2 is de elektriciteitsprijs nog meer dan voordien de lucht in gegaan. Dat energie een belangrijk deel uitmaakt van de totale uitgavepost van Belgische ondernemingen bewijst het cijfer van Febeliec. Energie beslaat 50 procent van de totale uitgavenkost, waar de lonen ‘maar’ 25 procent in beslag nemen. Een bedrijf als Nyrstar betaalt bijvoorbeeld in België op jaarbasis 8 miljoen euro meer aan energie, dan voor dezelfde hoeveelheid Nederland. In Duitsland zou het gaan om een prijsverschil van 15 miljoen euro.
Oplossing voor de stijgende energieprijs?
Een energienorm, naar analogie van een loonnorm, zou oplossing kunnen bieden voor het probleem. De loonnorm is een systeem dat al enkele jaren goed functioneert. Volgens deze norm mogen de lonen niet meer stijgen dan het gemiddelde van de lonen van onze drie buurlanden. Op die manier blijven de lonen competitief in vergelijking met andere ondernemingen en landen binnen Europa.
